Het was een volkomen normale ochtend. Eentje waarin je langzaam wakker wordt, nog half dromend, je uitrekt onder een warme deken en ontspannen aan de dag begint. Maar voor mij zou dit vredige begin abrupt en verontrustend veranderen.
Terwijl ik in bed lag en langzaam wakker knipperde, zag ik iets vreemds. Vlak naast me op de lakens lagen een paar kleine, ronde voorwerpen – perfect gevormd, bijna té perfect. Ze waren klein, netjes gerangschikt en leken bijna opzettelijk.
In eerste instantie had ik geen idee wat het was. Misschien kruimels? Of kleine stukjes van iets? Maar toen ik dichterbij leunde om beter te kijken, liep er plotseling een rilling over mijn rug. Dit was niet zomaar oud puin.
Ze leken op eieren.