James rende naar Emily en knielde neer op haar niveau. « Het spijt me zo, lieverd, » klonk een schorre stem van de nasleep. « Ik had hier moeten zijn om je beter te laten voelen. »
Emily schudde haar hoofd, gevolgd door een zweem van een glimlach. « Je bent er nu, pap. Dat is het enige wat telt. »
Hij omhelsde haar, denkend aan haar wonden, en ze voelde haar ontspannen in zijn bereik. Even bleven ze zo, in hun huis. De wereld buiten was misschien chaotisch, maar binnen de muren van hun huis, de band tussen de dochter die was buitengesloten, die niemand kon verbreken.
Toen de zon onder de horizon zakte en de kamer in een warme, gouden gloed baadde, wist Emily dat het ergste achter de rug was. Haar vader was thuisgekomen, en met hem kwam bescherming en een liefde die nooit zou wankelen. Samen zouden we de simpele dingen die ooit vanzelfsprekend zouden worden, omarmen, heropbouwen en er vreugde in vinden.