Tomás begon kleine dingen op te merken: de manier waarop Leo ‘s ochtends op Marina wachtte, hoe hij haar met zijn ogen volgde als ze een kamer verliet en het gelach dat af en toe door de gang galmde.
Voor het eerst voelde hij het gewicht op zijn borstkas omhoog komen.
Op een ochtend liep hij de eetkamer binnen en zag dat Leo bezig was met het schikken van fruit op zijn bord, terwijl Marina naast hem leunde.
« Bananen voor de glimlach, » zei ze, terwijl ze twee aardbeien als wangen neerlegde. « Nu heeft hij ogen nodig. »
Leo giechelde. « Bosbessen! »
Tomás stond stil in de deuropening, glimlachend terwijl zijn zoon lachte. Marina zag hem en knikte zachtjes.
“Ontbijt, meneer Montes?”
Hij knikte. « Ja, graag. »
Het voelde bijna normaal, als een soort familie.
De tekening
Die avond, nadat iedereen naar bed was gegaan, gluurde Tomás in Leo’s kamer. Zijn zoon sliep, de deken tot aan zijn kin opgetrokken. Op de plank naast zijn bed stond een nieuwe tekening: een gigantische robot met vleugels, en in zijn borstkas een glimlachende jongen die hem naar de hemel stuurde.
Tomás pakte het op en staarde er een tijdje naar. Er zat hoop in elke lijn van de tekening – hoop die hij voorgoed kwijt dacht te zijn.
Hij legde het voorzichtig terug, boog zich voorover en kuste Leo op zijn voorhoofd.
“Welterusten, kampioen,” fluisterde hij.
Het spel en de les
De volgende ochtend was de lucht grijs maar vredig. Marina kwam Leo’s kamer binnen met een klein houten doosje.
“Mag ik binnenkomen?” vroeg ze.
Leo knikte.
In de doos zaten oude bordspellen, licht beschadigd maar zorgvuldig bewaard.
« Mijn zoon en ik speelden hier vroeger op, » zei ze zachtjes. « Hij is nu ouder, maar ik heb ze bewaard. Ik dacht dat je het misschien leuk zou vinden om te proberen. »
Leo’s ogen lichtten op. « Heb je een zoon? »
« Ja, » zei ze met een flauwe glimlach. « Hij woont nu bij zijn vader. Maar ik denk dat jullie het wel met elkaar zouden kunnen vinden. »
Ze legden het spel op tafel: Slangen en Ladders. Aanvankelijk speelden ze in stilte. Marina liet hem niet winnen en behandelde hem niet als kwetsbaar. Ze speelde gewoon, eerlijk en vriendelijk.
Toen ze op een lange slang landde en bijna tot aan de start gleed, gooide ze haar handen in de lucht. « Geen denken aan! Dat is niet eerlijk! » zei ze theatraal.
Leo staarde haar verbaasd aan, en toen, voor het eerst in jaren, begon hij hardop te lachen.
Marina lachte ook en het geluid vulde de hele kamer.
Een nieuw begin
Die avond zat Tomás alleen in de woonkamer na te denken over alles wat er veranderd was. Hij keek door de glazen deuren toe hoe Marina Leo hielp met een puzzel. De jongen lachte weer, vol leven.
Toen Marina zich omdraaide om te vertrekken, hield Tomás haar tegen.
« Je hebt iets gedaan wat geen enkele dokter kon, » zei hij zachtjes.
Ze glimlachte vriendelijk. « Ik heb niet veel gedaan. Ik heb alleen maar geluisterd. »
Tomás keek haar een tijdje aan. « Soms is dat al genoeg. »
Op dat moment, voor het eerst sinds Clara’s overlijden, voelde het huis niet meer leeg. Het voelde levend.
En het enige wat nodig was, was één vrouw die de moed had om te spreken, terwijl iedereen stil bleef.