Een jaar later begonnen haar voeten te tintelen.
Twee jaar later lukte het haar om met behulp van wandelstokken haar eerste stapjes te zetten.
“De loterij van het hart”
Toen Lucía drie stappen in zijn richting deed, barstte Hugo in tranen uit, net als een kind.
Tussen tranen en lachen door zei ze tegen hem:
« Zie je wel, lieverd? Uiteindelijk heb je toch de loterij gewonnen. »
Hij omhelsde haar en antwoordde:
« En ik zou deze prijs voor niets ter wereld willen ruilen. »
Sindsdien zien de buren hen nog steeds elke ochtend in Puebla: hij duwt de stoel, zij loopt in haar tempo. Ze weten allemaal dat echt geluk soms niet met een kaartje te winnen is, maar met een hart dat niet opgeeft.