Thuis lag Helen snikkend op haar bed. Margaret stond zwijgend bij het raam toen haar telefoon trilde.
« Agent Brooks » flitste op het scherm.
“Wat is er gebeurd?!” riep Helen, terwijl ze de telefoon greep.
« Uw zoon zit hier, in verband gewikkeld, » zei de agent. « Hier, ik zal hem omdoen. »
« Mam! Het gaat goed! » klonk Vince’ stemmetje. « Ik ben net zo stoer als Gabriel! »
Helen barstte weer in tranen uit. Brooks’ stem klonk weer.
« Je verloofde wordt gehecht. Het gaat goed met hem. Ik breng ze allebei snel naar huis. »
Margaret nam de telefoon op.
« Gabriel? Ben je er nog? »
“Het gaat goed, mevrouw,” was zijn zachte antwoord.
« Zie je wel? » zei de officier opgewekt. « Ik zei het toch – twee sterke mannen komen thuis. »
Margaret haalde eindelijk adem, draaide zich naar haar dochter en zei zachtjes:
« Hou op met huilen. Ze zullen honger hebben als ze hier aankomen. Ze hebben de hele dag geen van beiden gegeten. »
Betekenis
Tegen zonsondergang begreep Margaret wat ze eerder niet had begrepen:
vriendelijkheid en moed gaan niet gepaard met een knap gezicht of een onberispelijke reputatie.
Soms komen ze aan in oude laarzen, met littekens – en bewijzen ze hun waarde wanneer de rivier breekt.