Er was niemand anders thuis. Ondanks de dalende temperatuur sloeg de klok twee uur en een windvlaag woei door de kamer.
« Luis… » fluisterde ik.
Alleen de stilte antwoordde. Toen het geritsel van lakens. Ademhaling.
En een stem.
« Je kunt niet terug, Lucia. »
Ik draaide me om.
Mariana stond daar, bleek, met diepliggende ogen, gekleed in die perfecte bordeauxrode nachtjapon.
Ze glimlachte.
« Nu is het voorbij, » zei hij zachtjes. « Eindelijk weer met z’n drieën. »
De kaars ging uit.
De klok bleef stilstaan.
En de laatste gebeurtenis was de aanraking van haar hand – en het geluid van drie ademhalingen die in perfecte harmonie bewogen.