De lucht leek ijler te worden. Emily draaide zich naar hem om, haar gezicht kleurde weg. « Wat bedoel je met dat van jou? »
Ik had kunnen liegen. Ik had kunnen weglopen en hem gekweld kunnen achterlaten. Maar na vier jaar alleen voor Jacob te hebben gezorgd, was ik klaar met me te verstoppen. Ik hief mijn kin op. « Ja. Hij is van jou. »
Emily’s scherpe gesnik sneed door het marktlawaai. De mensen om ons heen vertraagden om te kijken, maar ik keek alleen naar Mark. Zijn handen trilden, zijn gezicht vertrok van ongeloof.
« Je hebt me verlaten, » zei ik zacht maar vastberaden. « Ik ontdekte het pas nadat je weg was. Ik heb het je niet verteld, want je had je keuze al gemaakt. Waarom zou ik een baby in die chaos brengen? »
Tranen vulden Emily’s ogen. Ze trok haar hand uit de zijne. « Wist je het? Je hebt een baby met haar gekregen en het me nooit verteld? » Haar stem brak, luid genoeg om starende blikken te trekken.
Mark reikte naar Jacob, maar ik deed een stap achteruit. « Niet doen, » zei ik scherp. « Je mag nu geen vadertje meer spelen. Hij kent je niet. Hij heeft je niet nodig. »
Jacob trok verward aan mijn jas. « Mama? »