« Hoe durf je? Je woont hier omdat dit gezin je heeft geaccepteerd. Wie zou je zijn zonder ons? »
Ik kwam dichterbij. « Fout. Ik hoef niet geadopteerd te worden. Ik heb dit leven zelf opgebouwd. En vandaag zal ik niet toestaan dat je mijn moeder als een dienstmeid behandelt. »
Ik deed de deur wijd open. « Ga weg. Allebei. »
Mevrouw Malhotra stond onhandig op. « Misschien… moet ik gaan. Dit had ik niet verwacht. » Ze haastte zich naar buiten, mompelend verontschuldigingen.
Mijn schoonmoeder keek me woedend aan, trillend van woede. « Hier zul je spijt van krijgen. » Maar ook zij vertrok, haar trotse rug gebogen van vernedering.
Ik voelde geen triomf, alleen de rust die het gaf om eindelijk rechtop te staan.
Even later kwam Vikram binnen, bezweet van het werk. Hij keek naar mij en toen naar zijn moeder buiten. « Wat heb je gedaan? Heb je ze eruit gegooid? »
Ik beheerste mijn stem. « Je moeder heeft de mijne bevolen af te wassen en met het dienstmeisje te eten. Vind je dat acceptabel? »
Hij verhief zijn stem. « Ze is mijn moeder. Je had er geen recht op. »
« En wat betekent mijn moeder voor jou? » kaatste ik terug. « Ze heeft alles voor me opgeofferd. Als iemand dit je moeder aandeed, zou je dan zwijgen? »
Hij aarzelde, maar zei niets.
Toen stormde Riya, zijn jongere zusje, binnen. « Wat is dit voor drama? Gasten vernederd, onze familienaam geruïneerd! »
Ik keek haar kalm aan. « Je moeder heeft de mijne beledigd. Vind je dat terecht? »
Ze grijnsde. « Geld heeft je arrogant gemaakt. »
Ik keek haar aan. « Als je moeder gedwongen werd in een keuken zoals de mijne te werken, zou je dan ook lachen? »
Voor het eerst was ze sprakeloos.
Die avond, terwijl Nirmala huilend elke familielid belde over haar ‘wrede’ schoondochter, zat ik naast mijn eigen moeder in de keuken. Ze sorteerde stilletjes groenten, met trillende schouders.
Ik fluisterde: « Mam, laten we morgen teruggaan naar het dorp. Ik kan je hier niet nog een dag laten lijden. »
Haar ogen begonnen te tranen. « Voor altijd? »
Ik knikte. « Ja. Het is tijd. »
Bij zonsopgang pakten we een paar tassen in. Met Kabir in mijn armen liet ik het huis, het huwelijk en de stilte achter me.
Op de terugweg besefte ik dat ik deze last niet onafgemaakt kon dragen. Ik ging even terug naar de stad, ging naar de bank en loste het laatste deel van de lening af met geld dat ik bijeen had geschraapt door jarenlang bij te betalen. Daarna zette ik het pand over op naam van mijn moeder.
Ze had alles voor mij gegeven; nu was het huis echt van haar.