Zie het beeld van haar netvlies. Daar zag ze het beeld van haar netvlies – de fijne lijntjes, de aderen. Maar daartussen verscheen een vorm. Vaag, maar onmiskenbaar. Als vingers die van binnenuit tegen haar oog drukten. Alsof iets – of iemand – van binnenuit naar buiten wilde kijken.
« Dit is niet medisch, » zei hij zachtjes, « en het gaat om je veiligheid. Ik kan je nu niet alles uitleggen. »
Laura voelde een rilling door haar lichaam gaan. « En mijn man? Wat heeft hij hiermee te maken? »
De dokter keek haar niet aan. In plaats van te antwoorden, schoof hij haar een opgevouwen vel papier toe.
« Ga vandaag niet naar huis. Zoek een andere plek. En kijk hem niet in de ogen – zelfs geen seconde. »
Later, in de auto, met trillende handen, vouwde ze het briefje open. Uwaga:
« HIJ ZIET JE. »
Laura griste de krant weg, haar hart bonsde in haar keel. Voor het eerst in haar leven was ze bang om naar huis te gaan…