Het Huis Zonder Lachen
Het landhuis Montes de Oca was statig, gepolijst en stil – té stil. Elk geluid leek te echoën tegen de marmeren vloeren en hoge ramen.
Dat was al zo sinds Clara, Tomás’ eerste vrouw, twee jaar eerder op een regenachtige avond overleed terwijl ze naar huis reed met een cadeau voor de vijfde verjaardag van hun zoon.
Leo, hun zoontje, had het ongeluk overleefd, maar kon zijn benen niet meer gebruiken. Sindsdien kon hij niet meer lachen.
Nu hij zeven was, bracht hij het grootste deel van zijn tijd door in zijn rolstoel bij het raam, zwijgend kijkend naar de tuin waar hij vroeger rende en speelde. Zijn vader, Tomás, stortte zich op zijn werk om aan de leegte te ontsnappen, terwijl de kersverse vrouw met wie hij te vroeg was getrouwd de gangen vulde met een ander soort stilte – de koude.
Het middagincident
Die middag zat Leo bij de piano en probeerde een torentje van blokken op de tafel te bouwen. Zijn stiefmoeder, Elisa, stond achter hem, haar armen stevig over elkaar geslagen.
« Je zit daar al de hele ochtend, » zei ze scherp. « Kun je dan niet tenminste iets nuttigs doen? »
Leo keek naar zijn handen. Zijn vingers trilden toen een van de blokken viel en over de vloer rolde.
« Ik… ik probeer het, » fluisterde hij.
« Proberen? » herhaalde Elisa, haar toon druipte van irritatie. « Je vader geeft je alles, en nog steeds… niets. Je kunt niet eens goed zitten zonder een puinhoop te maken. »
Leo perste zijn lippen op elkaar terwijl zijn ogen zich vulden met tranen. Hij draaide zijn gezicht af, in de hoop dat ze het niet zou zien.
« Kijk me aan als ik tegen je praat! » snauwde ze.
En op dat moment werd de stilte in de kamer verbroken door een andere stem.
« Praat niet zo tegen hem. »

De stem die alles veranderde
Elisa draaide zich om naar het geluid, haar ogen flitsten. In de deuropening stond Marina – het nieuwe dienstmeisje. Ze hield nog steeds een dienblad met gevouwen servetten vast, haar handen trilden lichtjes, maar haar stem bleef kalm.
“Pardon?” zei Elisa met een toon als van ijs.
« Ik zei, praat niet zo tegen hem, » herhaalde Marina terwijl ze de kamer binnenstapte. « Hij is nog maar een kind. »
Even haalde niemand adem. Zelfs de tikkende klok leek stil te staan.
Leo staarde haar met grote ogen aan. Niemand had hem ooit eerder verdedigd – de andere dienstmeisjes niet, de leraren niet, zelfs de familieleden die op bezoek kwamen niet. Maar daar stond deze vrouw, fier rechtop in haar burgerkleding, die de vrouw des huizes durfde uit te dagen.
Elisa’s gezicht verhardde. « Je vergeet je plaats, » siste ze.