Ik vond deze vreemde stapel onder mijn matras. Ik dacht eerst dat het insecteneitjes waren. De waarheid? Veel verbazingwekkender.
Die middag besloot ik de matras om te draaien en de lakens te wassen. Alles leek normaal totdat ik een groepje kleine zwarte korreltjes in de hoek van het bed zag liggen.
Ze waren dof, maar toch een beetje glanzend, als kleine stukjes steenkool.
Mijn maag kromp ineen. Mijn eerste gedachte: insecteneieren. Misschien kakkerlakken? Kevers? Mijn huid bevroor alleen al bij de gedachte.
Ik pakte een stuk papier en pakte er voorzichtig een paar op om ze te inspecteren.
Ze waren hard, droog en absoluut niet levend. Maar waar kwamen ze dan vandaan?
Nieuwsgierig (en ook een beetje bang) maakte ik een foto en stuurde die naar een vriend die geïnteresseerd is in kruidenremedies en oude geneeswijzen.

Ze stuurde bijna onmiddellijk een sms terug:
« Dat zijn kalonji – zwarte komijnzaadjes. Iemand moet ze daar expres hebben neergelegd. »