De steriele plafondlampen zorgden ervoor dat de kraamafdeling van het St. Claire’s Medical Center in Philadelphia kouder aanvoelde dan nodig was. De muren gloeiden in bleke blauwtinten, de lucht rook vaag naar ontsmettingsmiddel, maar er was geen warmte – geen van de verlichting waar een vrouw met pijn naar verlangde.
Isabelle Laurent, een negenentwintigjarige vrouw die zeven maanden zwanger was, schoof ongemakkelijk heen en weer in haar stoel, met een hand op haar buik gedrukt. Haar arts, Dr. Monroe, had haar dringend verzocht om onmiddellijk te komen nadat ze die ochtend melding had gemaakt van aanhoudende weeën. Ze verwachtte een snelle reactie en geruststelling. In plaats daarvan werd ze weggestuurd.
Aan de balie zat verpleegster Brenda Wallace, een vrouw met grijzend haar en een vlotte, scherpe blik die nauwelijks opkeek toen Isabelle aankwam.
« Goedemorgen, mijn naam is Isabelle Laurent, » zei Isabelle zachtjes, haar stem kalmerend. « Dokter Monroe zei dat ik onmiddellijk moest komen. Ik heb buikkrampen. »
Brenda’s blik gleed over haar heen zonder een spoor van warmte. « Heb je een afspraak? »
« Er werd mij verteld dat het dringend was, » legde Isabelle uit, terwijl ze een hand op haar buik drukte. « Hij zei dat er iemand op me zou wachten. »
Brenda haalde dramatisch adem, een scherpe, ongeduldige zucht. « Je denkt altijd dat je zomaar kunt komen opdagen zonder je netjes te melden. Ga zitten. We nemen zo snel mogelijk contact met je op. »
De woorden troffen haar als een klap in het gezicht. Isabelle verstijfde, verbijsterd door de toon.
Ze had haar hele leven in een professionele omgeving doorgebracht, gerespecteerd als lerares, maar op dat moment was ze gereduceerd tot een klein en onbeduidend figuur.
Toch probeerde ze het opnieuw, zachtjes. « Ik maak me zorgen om mijn baby. Kunt u dit bevestigen met dokter Monroe? »