Eerst kwam er turbulentie die zo hevig was dat het bagagerek openbrak. Een koffer van 18 kilo miste zijn hoofd op een haar na. Dana snakte naar adem; Michael wuifde het weg.
Toen kwam de martini. Een olijf bleef in zijn keel steken en sneed zijn adem af. Zijn gezicht werd rood van de paniek. Dana sloeg haar armen om hem heen en duwde omhoog tot de olijf door het gangpad schoot. Passagiers klapten. Michael forceerde een grijns, hoewel zijn handen trilden.
« Zie je wel? Goed, » kraakte hij, terwijl hij gebaarde om nog een drankje. Dana staarde hem alleen maar aan.
Vuur in de lucht
Twintig minuten later vulde rook de cabine. Passagiers hoestten, angst golfde door de rijen.
Michael stond op, ondanks de waarschuwing van de kapitein, pakte een brandblusser en bestreed de vlammen in het bagagerek. De rook trok op. Opnieuw applaus.
Even voelde Michael zich gerechtvaardigd. Zie je wel? In een echte crisis ben ik degene die in actie komt.
Maar Dana glimlachte niet. In plaats daarvan fluisterde ze: « Ik heb een baan aangeboden gekregen. In Seattle. Ik ga. »
Het gesprek dat volgde dreef hen uit elkaar. Ze was zijn kilheid, zijn controle beu. Toen Michael, wanhopig, deed alsof hij pijn op de borst had om haar tegen te houden, vulde Dana’s gezicht zich met afschuw – en vervolgens met walging.
« Heb je over je hart gelogen? Na alles? Dan is het uit. »
En toen, terwijl het vliegtuig landde, gaf Michaels hart het op.
Het keerpunt