Ze arriveerde 20 minuten te laat in een roze blouse (ingetogen). Ze kuste me in de lucht met haar jarenlange, performatieve toewijding en concentreerde zich vervolgens op de taart als een hittezoekend projectiel.
« Hij is zo hoog, » voegde ze er spottend bezorgd aan toe. « Weet je zeker dat hij stabiel is? »
Jenny, God zegene haar, ze reed door. Mam, het gaat prima. Persoonlijk heb ik erheen gereden.
Terwijl ik toekeek hoe ze als een haai om de taart heen cirkelde, op zoek naar een plekje waar de kleur door het glazuur heen scheen, voelde ik die oude spanning in mijn schouders.
Het was ondraaglijk. Voordat ze de gelegenheid kon verpesten, moest ik die taart aansnijden.
« Nou, laten we naar het hoofdevenement gaan, » zei ik, terwijl ik Patricia’s arm vasthield en haar wegleidde. Verzamelen!
We verzamelden ons met onze telefoons klaar om het moment vast te leggen waar we op hadden gewacht. Met messen in de hand positioneerden Daniel en ik ons.
Patricia sloeg toe terwijl we poseerden voor Jenny’s foto’s.
« Oh nee, laat ik de taart even dichter bij je zetten, » bood ze aan.
Ik was geschokt toen ze de taartbodem vasthield. Eén draai van haar pols deed de taart kantelen.
Het keurig onderhouden gazon was bedekt met glazuur en roze lagen, net als een misdaadscène uit een banketbakkersfabriek.
Stilte in de tuin.
Ik stond stil en knipperde met mijn tranen. We zouden nu moeten stralen. Ze had één prachtige herinnering, zonder dat ze de aandacht hoefde te trekken. Patricia stond met haar handen voor haar lippen en kon haar verrukte grijns nauwelijks verbergen.
Toen lachte Jenny. Een echte, vrolijke lach, geen nerveuze of geforceerde.
Ik keek haar aan terwijl de tranen rijkelijk vloeiden. Was Jenny erbij betrokken?
« Ik wist het! » riep Jenny. « Mam, je bent onvoorspelbaar, dus ik ben voorbereid. Ik heb tijd nodig om de echte taart te halen, allemaal. »
Jenny rende terug met nog een doos taart.