Op haar zestiende werd Ellies leven beheerst door de ijzeren wil van haar vader. Verlegen en worstelend met haar gewicht en zelfvertrouwen, woonde ze in een klein stadje waar iedereen over elkaar oordeelde. Haar vader, een strenge man met weinig geduld, zag haar als een last. Op een dag kondigde hij een schokkende beslissing aan: ze zou trouwen met Caleb, een ruige man uit de bergen die twee keer zo oud was als zij, een weduwnaar met twee jonge kinderen. Ellies wereld stortte in een oogwenk in.
Tranen stroomden over Ellie’s gezicht terwijl ze haar vader smeekte.
« Waarom ik? » snikte ze, maar hij bleef onbewogen.
“Caleb heeft een vrouw nodig, en jij hebt een doel in je leven nodig,” snauwde hij.
Ellie had Caleb nog nooit ontmoet. Ze had alleen maar gefluisterd over zijn eenzame leven in de bergen.
Haar hart bonsde van angst; trouwen met een vreemde en zijn kinderen opvoeden voelde als een straf die ze niet verdiende.
De bruiloft verliep als een waas.
Ellie, gekleed in een eenvoudige jurk en met trillende handen, luisterde naar het gemompel van de stadsbewoners.
Caleb, lang en verweerd, sprak nauwelijks. Zijn donkere ogen straalden een glimp van vriendelijkheid uit, maar Ellie was te bang om het op te merken.
Zijn kinderen, Mia van 8 en Ben van 5, klampten zich aan hem vast en bekeken haar wantrouwend.
Ze voelde zich een vreemde, in een familie gegooid die haar niet wilde.
De berghut was klein, koud en ver van de stad.
Ellie had moeite met wennen.
Mia en Ben negeerden haar, nog steeds rouwend om hun moeder. Caleb was vaak weg om te jagen of hout te hakken, waardoor ze alleen achterbleef om voor zichzelf te zorgen.
Ze voelde zich geïsoleerd en haar gewicht maakte elke taak moeilijker.
‘s Nachts huilde ze stilletjes en vroeg zich af of haar leven nu een liefdeloos huwelijk was in een huis dat aanvoelde als een gevangenis.
Ellie probeerde contact te maken met de kinderen. Ze bakte koekjes en bood ze met trillende handen aan.
Mia grijnsde: « Jij bent niet onze moeder. »
En Ben verstopte zich achter haar.
Ellie’s hart zonk in haar schoenen, maar ze gaf niet op. Ze dacht terug aan haar eigen eenzame jeugd en beloofde zichzelf geduldig te zijn.
Beetje bij beetje begon ze kleine cadeautjes voor hen achter te laten – gesneden stokjes, wilde bloemen – in de hoop hun vertrouwen te winnen.
Caleb was een mysterie.